1. Nuchtere bloedglucose Bij afwezigheid van hypoglykemie moet de nuchtere bloedglucose lager zijn dan 7,0 nm; Als het wordt verdragen, moet de nuchtere bloedglucose lager zijn dan 6,1 mmol; Maar ouderen moeten de limiet versoepelen tot minder dan 8,0 nm. 2. Postprandiale bloedsuikerspiegel
De belangrijkste reden om de bloedsuikerspiegel na een maaltijd te meten, is om te weten of het voedsel dat u eet de bloedsuikerspiegel beïnvloedt. Met name twee uur na een maaltijd kan een belangrijke waarde opleveren.
We use cookies to offer you a better browsing experience, analyze site traffic and personalize content. By using this site, you agree to our use of cookies.
Privacy Policy